Opdracht 3: zelf vragen bedenken bij een kortverhaal
Door: Sofie Brits, Adriàn Florenciano Pérez & Bianca Yip
- Alle vragen en hamvragen van alle groepsleden.
Wat betekent nozem?
Waarom wordt Vader met een hoofdletter geschreven?
Waarom komt vader zo stoïcijns over?
Waarom is hij van school gestuurd?
Waarom straft vader zijn zoon niet?
Waarom wil hij zo graag indruk maken op Vader?
Waarom is hij zo agressief?
Waarom laat hij zijn fiets achter en gaat hij te voet achter de man en het meisje aan?
Waarom vooronderstelt hij dat de man het meisje gaat
aanranden?
Waarom kan hij de man zonder enig probleem blijven slagen?
Waarom vindt hij het zo belangrijk wat Vader denkt?
Waarom heeft hij de drang om steeds het goede te doen?
Wie treft de schuld dat hij zo is?
Waarom denkt hij dat het de schuld is van zijn moeder dat
hij zo is?
Waarom verbindt hij zijn negatieve eigenschappen met die van
zijn moeder?
Waarom denkt hij zijn moeder en Vader perfect te begrijpen?
Waarom is de blik van Vader 'vergevend'?
Hoe komt hij aan een revolver?
Waarom beseft hij niet dat iemand neerschieten niet
overeenkomt met het goede doen?
Hoe komt het dat hij zonder enige moeite iemand kan neerschieten?
Wat gebeurt er met de hem na de moord van de man?
Waarom straft Vader zijn zoon niet?
Merken de ouders dan niet dat hun kind een probleem heeft?
Hoe weet hij dat zijn moeder, Vader bedriegt?
Waarom spreekt niemand in dit gezin met elkaar?
Zou Vader weten dat moeder hem bedriegt?
Waarom spreekt Vader zijn vrouw niet aan over haar overspel?
Waarom kijkt Vader haar vergevend aan?
Waar haalt hij een revolver vandaan?
Waarom is hij zo zelfzeker over zichzelf en zijn daden?
Waar staat het wit symbool voor?
Waarom reageert hij zo onbezonnen en valt hij de man meteen aan?
Hoe kan hij iemand op zulke manier en zo snel vermoorden?
Waarom vergelijkt hij zijn moeder met zichzelf?
Wat zal zijn straf zijn voor deze daad?
Waarom heeft hij zo veel bewondering voor zijn vader?
Waarom is de moeder zwak?
Wat heeft het hoofdpersonage dan allemaal al verkeerd
gedaan?
Waar gaan de man en het meisje naartoe?
Waarom wil hij zich zo graag bewijzen tegenover zijn vader?
Als de man en de vrouw op weg waren naar hun liefdesnest,
waarom liepen ze dan zwijgend achter elkaar?
Waarom geeft hij zijn moeder de schuld dat hij 'zo...' is?
Hoe weet hij zo zeker dat moeder vader bedriegt?
Waarom geven moeder en vader elkaar een kus op het
voorhoofd?
Waar komt de revolver plots vandaan?
Waarom is het adres van de minnaar een wit symbool?
Hoe weet hij het adres?
Waarom denkt hij dat zijn moeder blij zou zijn als hij haar
minnaar vermoord heeft?
- De drie uitgewerkte hamvragen.
Waar komt de revolver plots vandaan?
Ik denk dat hij de moord goed
voorbereid had, maar net niet goed genoeg. Zo wist het hoofdpersonage al
langere tijd dat zijn moeder een affaire had. Hij wist waar de minnaar woonde,
of dat dacht hij toch.
Dit is de straat. Hij zet zijn fiets op de hoek van de straat; de
straat is ook een symbool. Hij gaat te voet verder; hij kijkt niet naar de
nummers. Hij wéét waar het is. Een lantaarnpaal staat pal voor het huis van de
minnaar van zijn moeder, dat is nummer genoeg voor hem. Hij twijfelt even, want
de lantaarnpaal staat niet pal voor één deur, maar eigenlijk tussen twee deuren
in.
In de tijd die hij nodig had om
de affaire te ontdekken en te onderzoeken, zal hij zichzelf een revolver hebben
aangeschaft. Het is wel duidelijk dat hij zich veel te zeker voelt in de buurt
van de revolver.
Hij bekijkt de kleine revolver in zijn hand. Hij staat op en voelt zich
heel zeker van zichzelf.
...
Daarna drukt hij de revolver tegen het hoofd van de man en schiet.
Wat is de link tussen de titel en het verhaal?
Vroeger had de term nozem geen negatieve connotatie
maar ondertussen wel. Een nozem is een baldadig iemand die in de problemen
geraakt door slechte keuzes te maken of fout te reageren op dingen. De nozem
heeft goede bedoelingen maar geraakt doorgaans vaak in de problemen door zijn
handelingen.
De link die er is tussen de titel en het verhaal is
dat het hoofdpersonage een nozem is. Hij bedoelt het wel goed maar slaagt er
toch keer op keer in om dingen fout aan te pakken. Hij ziet geweld als een
oplossing voor vele problemen. Hij denkt niet na en reageert zeer impulsief.
Hij is geen slechte jongen maar hij is wel het pad kwijt, hij weet niet hoe hij
dingen moet relativeren of hoe hij door middel van een gesprek eventuele
misverstanden of geschillen kan oplossen.
Volgende citaten zijn hier een bewijs van:
·
"Hij was van plan iets goeds te doen."
·
"Nu zou Vader hem eens moeten zien, nu hij wilde
helpen zoals Vader altijd hielp..."
·
"Moeder heeft bitter gehuild; zij geloofde haar
jongen: haar jongen is niet slecht, haar jongen wil altijd het goede
doen."
·
"Haast onfeilbaar zeker weet hij dat dit het
grote goede is dat hij altijd heeft willen doen, dat dit onaanvechtbaar juist
is."
·
"In een opwelling van vreugde, vreugde om het
goede dat hij bezig is te doen, slaat hij de man, slaat hij de man!"
Waarom heeft de jongen zo'n bewondering voor de Vader en zo'n slecht beeld van de moeder?
Het is duidelijk dat we te maken hebben met een jonge
adolescent die verward is en nog volop bezig is aan zijn ontwikkeling. Iemand
die op zoek is naar zijn identiteit en deze identiteit ook in vraag stelt.
Hij reed maar wat te
dwalen op zijn fiets, zich afvragend waarom hij was zoals hij was. Want met die
vraag was hij altijd bezig.
Het is typisch voor jonge adolescenten dat ze de Vader als
volwassen man idoliseren en de moeder als zwak aanzien. Zo is Vader voor hem
een voorbeeld. Hij wil net zoals hem zijn.
Nu zou Vader hem eens moeten zien, nu wilde hij helpen zoals Vader altijd hielp...
Moeder daarentegen vindt hij zwak. Hij heeft er medelijden
mee.
Hij houdt ook van moeder, maar op een heel andere manier. Van Vader houdt hij met bewondering.
Van moeder met medelijden, want moeder is zwak.
Ook is het typisch voor zulke jongens om de moeder de schuld
te geven van alle slechte dingen, die op dat moment aan de gang zijn in hun
leven. Dit doet hij dan ook door moeder de schuld te geven dat hij zo is.
Heeft zijn moeder hem geloofd omdat zij de enige is die weet hoe hij is, hoe zij zelf is...? Omdat het
misschien haar schuld is dat hij zo is?
Dit is een duidelijk voorbeeld van een vooronderstelling
die hij maakt op basis van zijn verwardheid en foute kijk op de werkelijkheid.
Hij probeert wanhopig antwoorden te vinden op de vragen die hem door het hoofd
spoken en maakt daarbij verkeerde inschattingen. Het is namelijk niemand zijn
schuld dat hij zo is. Hij is zelf verantwoordelijk voor zijn gedrag en zijn
daden. In werkelijkheid zal Vader niet zo fantastisch zijn als hij denkt en
moeder ook niet zo zwak. Een voorbeeld dat dit aantoont is wanneer hij de
hopeloze blik beschrijft van Vader
wanneer hij vertelt over het incident met de man en het
meisje. Was Vader niet degene die altijd hielp? Waarom helpt hij hem dan niet?
Vader heeft toen niets gezegd, Hij heeft zijn zoon alleen maar aangekeken met die hopeloze blik in zijn grijze ogen.