opdracht 10: creatief schrijven: expositie en flashback

Deel A - expositie

Deuren staan open, mensen eten ijs, zitten op bankjes en praten. Overal wordt er gepraat en gelachen. Iedereen lijkt hier op vakantie te zijn. Maar om 12uur 's midddags verandert het straatbeeld. Blijkbaar werken er ook mensen in deze toeristische hoofdstad. Deze mensen vinden het allemaal niet zo gezellig. Ze banen zich een weg tussen de, volgens hun, irritante toeristen. In vergelijking met deze vakantiegangers, draagt het werkende deel van de bevolking wel mooie kledij. De Romeinse straten veranderen in Fashion week. Handtassen van Chanel, maatpakken van Hugo Boss en dat ene sjaaltje van Hermes. Het sjaaltje zit strak rond de nek van een onbekende parfumverkoopster. En hoe weet ik wie zij is? Omdat zij mijn sjaaltje draagt.

Deel B - flashback

De voormiddag spendeert Charlotte met nadenken over wat ze als lunch gaat eten. Tegen de tijd dat haar middagpauze begint, heeft ze nog steeds geen knoop kunnen doorhakken. Ze besluit om naar een nieuwe zaak te gaan. Een vriend van haar vertelde dat ze er goed eten hebben, niet te duur en nog niet ontdekt door de talloze toeristen die deze stad met de dag lelijker maken. Ze stapt het lunchadresje binnen en verstijft. Een persoon staat met haar rug naar haar. Maar soms heb je genoeg aan een rug om de hele persoon te herkennen. Charlotte draait zich snel om, stapt de winkel buiten en stapt snel naar haar oude vertrouwde kraampje waar ze pizza verkopen. Ze probeert te genieten van haar stuk pizza, maar Charlotte's gedachten zijn bij Erika. De vrouw die ze zonet gezien heeft. De vrouw waar ze nog zo vaak aan terugdenkt.  

 

VOORBEREIDING

DEEL A

Stap 1: Foto kiezen (persoon)

Stap 2: 6 trefwoorden die iets typerend zijn voor uiterlijk figuur (adjectieven)

mooi, warm, gewoon, aangenaam, trots, verzorgd

Stap 3: Bedenk een voornaam

Naam: Charlotte

Stap 4: Bedenk een leeftijd

Leeftijd: 28 jaar

Stap 5: Bedenk een beroep (bij kind: hobby's, manier van leven)

Beroep: verkoopster in een parfumerie

Stap 6: 6 trefwoorden die iets zeggen over het karakter/innerlijk (adjectieven)

rustig, eenvoudig, verstandig, vriendelijk, warm, onzeker

Stap 7: Foto kiezen (locatie)

Stap 8: Je staat zelf op die plaats (kijk 360° rond) - Hoe ziet de plek eruit? Wat hoor je? Wat ruik je? Welke sfeer hangt daar? Waarmee associeer je die plek?

Dit zou een romantische locatie moeten zijn, zij denkt daar niet zo over. Voor haar is het altijd een opgave om zich tussen de mensenmassa gewurmd te krijgen. 45minuten heeft ze. 45minuten pauze om lunch te kunnen kopen en op te eten. Het zou een makkelijke opgave zijn, moesten al deze mensen hier niet rondlopen. Ze krijgt een duw, een moeder is op zoek naar haar kind, een klas die op eindejaarsreis is loopt haar voor de voeten. Een van de jongeren komt met zijn ijsje tegen haar nieuwe blazer. Nog voordat ze er iets van kan zeggen is hij al verdwenen in de mensenmassa. Ze associeert deze plaats met drukte, gehaastheid en lelijke toeristen;

Stap 9: kies een kledingstuk
zijden sjaaltje van Hermes.

Stap 10: Kledingstuk linken met personage - 2 zinnen

Haar zijden sjaaltje zit strak om haar hals geknoopt. Net zo strak als dat de werkdruk op haar schouders leunt.

Stap 11: 3 zinnen waaruit opgemaakt kan worden dat het kledingstuk door een tweede figuur bewust/onbewust werd achtergelaten

Het grootste voordeel van lesbisch zijn? Als je onenightstands kledij vergeten, kan je ze gewoon zelf dragen. Ze had zo al een hele collectie verzameld doorheen de jaren.

Stap 12: Schrijf korte tekst (begin van het verhaal) - locatie beschrijven en daarna inzoomen op kledingstuk - personage niet meteen betrokken bij het verhaal, personage kijkt eventueel toe (mysterieus), personage mag nog niet spreken, naam mag nog niet vernoemd worden. Trage aanloop

(zie bovenaan)

DEEL B

Stap 13: Foto kiezen (voedsel)

Stap 14: Hoe ziet het eruit? Hoe voelt het aan? Hoe ruikt het? Hoe voelt het in je mond? Hoe smaakt het?

Dit is eten, zoals eten hoort te zijn. Het is een pizza, maar dan zonder vlees. De bodem is gemaakt van bloemkool, zodat het aantal koolhydraten drastisch minder is. Hij is belegd met veel groenten en kaas. Als je er een hap van neemt, komen er van die kaassliertjes tevoorschijn. De kaas is perfect gesmolten. De bodem is lekker krokant en knapperig. De pizza ruikt naar kaas en warme mediterrane groentjes. Als je hem in je handen hebt gehad, zijn je vingers nadien niet vettig.

Stap 15: Personage verbinden met voedsel. Het personage ziet, ruikt, voelt en proeft het voedsel. Hap zo volledig mogelijk beschrijven.

(zie bovenaan)

Contact