8-9. 2 Lectuurfiches
Brieven aan Doornroosje
Korte inhoud:
Dit boek vertelt het verhaal van de Prins van Doornroosje. Zij slaapt ondertussen al negenennegentig jaar en zou
dus, zoals het sprookje ons dat vertelt, na dit jaar moeten ontwaken na een kus van haar ware liefde. De Prins is onderweg naar het kasteel van Doornroosje. Zijn plan is om de prinses na haar 100-jaar-durende schoonheidsslaapje wakker te kussen. Elke dag van zijn tocht schrijft hij een brief aan zijn, hopelijk, toekomstige prinses. Enkel de brieven krijgen we als lezer te zien. Toch kunnen we hier erg veel informatie uit halen, over de prins zelf; die soms erg enthousiast is, en dan weemoedig en over zijn zoektocht naar het kasteel, die zwaarder is dan verwacht.
Waar:
Het verhaal speelt zich af in een sprookjeswereld. Er is dus geen plaatsaanduiding. Hij schrijft ook nooit veel over waar hij is, gewoon onderweg naar het kasteel. Soms komt hij wel voorbij een bos, een dorpje, een boerderij, maar meer informatie krijgen we niet.
Wanneer:
Net zoals in traditionele sprookjes wordt er over de tijd niet veel verteld. We weten enkel dat zijn brieven geschreven zijn in het negenennegentigste jaar waarin Doornroosje slaapt.
Hoofdthema
Het hoofdthema is volgens mij de onzekere zoektoch naar een geliefde. Deze zoektoch wordt geleid door de Prins en de tocht zou hem naar Doornroosje moeten brengen. Hij is vaak niet zeker van zijn stuk. Hij begint te twijfelen aan de echtheid van zijn droomvrouw. Hij weet niet zeker wat hem te wachten staat, wordt vaak tegengewerkt... Maar hij zet wel door.
Appreciatie:
Wat vond je leuk, mooi, goed aan dit boek:
Ik vind de manier waarop Toon Tellegen je meeneemt naar zijn zelfbedachte wereld prachtig. Bij elke brief van de Prins had ik een precies beeld van hoe alles er uit zag.
'ik ben verdwaald, de weg is doodgelopen. Ik zoek een pad door kreupelhout, varens, hulst en braamstruiken.
Pagina 194.'
Soms zijn er vreemde, surreële situaties waarin je wordt meegezogen, maar je gelooft het toch. Ook het taalgebruik van Tellegen kan ik erg op prijs stellen.
Ik heb het boek al eerder gelezen en behandeld. Vroeger volgde ik voordracht in de muziekschool en toen hebben wij een semester besteed aan dit boek. Sindsdien ligt het eigenlijk nooit ver weg van mijn bed. Ik lees regelmatig een paar brieven voordat ik ga slapen. Sommige brieven heb ik ondertussen al meerdere keren gelezen en ze blijven me
inspireren. Laatst stuitte ik op een zin die ik zal proberen te onthouden.
'ik moet alles in het werk stellen om jou te kussen. Maar ik moet je nooit kussen. Nooit. Pagina 145'
Deze zin beslaat voor mij een groot deel van mijn interpretatie over hoe je 'moet' leven. Je moet altijd hard werken, overal voor willen gaan, je helemaal geven voor elk nieuw project... maar je mag er niet over gaan, je moet nog een b-plan hebben in je leven.
Dit zijn persoonlijke inzichten die ik nog niet had toen ik er vijftien was.
Ik heb nog nooit een boek gelezen dat op dit boek lijkt. Het enige dat ik er mee in verband kan brengen zijn
boeken die bestaan uit het dagboek van de protagonist. Ik denk aan de reeks 'Bekentenissen van Georgia Nicolson' van Louise Rennison. In deze boeken krijgen we ook enkel de informatie die het hoofdpersonage ons geeft door het zelf neer te schrijven in haar dagboek. Hier stoppen de gelijkenissen ook wel meteen. 'Brieven aan Doornroosje' is veel poëtischer. 'Bekentenissen van Georgia Nicolson' is een makkelijk leesbare chicklit.
Narratologisch aspect:
Auteur:
Toon Tellegen (1941) schrijft onder zijn eigen naam en dus niet onder een pseudoniem. Hij is een Nederlandse arts, schrijver en dichter. De teksten die hij schrijft zijn meestal bestemd voor kinderen, maar ook ouderen genieten van zijn teksten. Tellegen is vooral bekend om zijn verhalen over de mier en de eekhoorn. In deze parabels is er
altijd een grote filosofische diepgang terug te vinden. Dit is ook in 'Brieven aan Doornroosje' sterk aanwezig. Daarom vind ik dat dit werk wel typisch is voor hem. Hij maakt erg bizarre situaties toch herkenbaar voor zijn lezer door die portie filosofie.
Als kind heb ik veel van zijn dierenverhalen gelezen over de mier en de eekhoorn. Toon Tellegen is dus al lang bekend bij mij.
Hij kon erg veel succes genieten in zijn leven, dat zien we zo aan het aantal prijzen dat hij al gewonnen heeft.
- 1969 - ANV-Visser Neerlandia-prijs
voor Als moeder ergens ziek van wordt - 1988 - Gouden
Griffel voor Toen niemand iets te doen had - 1990 - Zilveren Griffel voor Langzaam, zo
snel zij konden - 1992 - Woutertje Pieterse Prijs voor
Juffrouw Kachel - 1993 - Jan Campert-prijs voor Een dansschool
- 1994 - Woutertje Pieterse Prijs voor Bijna
iedereen kon omvallen - 1994 - Gouden
Griffel voor Bijna iedereen kon omvallen - 1994 - Zilveren Griffel voor Jannes
- 1997 - Theo Thijssenprijs voor zijn gehele
oeuvre - 1997 - Zilveren Griffel voor Teunis
- 1999 - Zilveren Griffel voor De verjaardag
van alle anderen - 2000 - Gouden Uil voor De
Genezing van de Krekel - 2007 - Constantijn Huygens-prijs
voor zijn gehele oeuvre - 2012 - Popescu Prize voor
Raptors (de Engelse vertaling van Raafvogels)
Paper Towns. Waar is Margot Roth Spiegelman?
Korte inhoud:
Quinten en Margot zijn negen jaar oud en beste vrienden totdat ze samen een dode man vinden in het park. Nadien hebben ze bijna tien jaar geen contact meer met elkaar. Maar Quinten is zijn belangstelling in de mooie Margot niet verloren. Als ze hem op een nacht vraagt om haar te helpen voelt hij zich vereerd en start er een avontuur voor hem dat hij niet had kunnen voorzien. Als hij merkt dat Margot de volgende dag verdwenen is, stelt hij alles in het werk om zijn grote liefde terug te vinden. Hij leert de echte Margot kennen terwijl hij naar haar zoekt.
Waar:
Jefferson Park, Orlando, Florida, Verenigde Staten van Amerika.
Het is volgens mij een woonwijk met gezinnen die behoren tot de rijke middenklasse. Quinten krijgt bijvoorbeeld als afstudeercadeau een auto, dat wilt zeggen dat het geen arme mensen zijn. Ook zijn de beide ouders van Quinten opgeleid tot psycholoog, ze zijn dus universitair geschoold.
'Onze woonwijk, Jefferson Park, was vroeger een marinebasis. Maar toen had de marine de niet meer nodig en gaven ze het land terug aan de burgers van Orlando, Florida, die besloten er een enorme woonwijk te bouwen, want dat doen ze in Florida. pagina 9.'
Wanneer:
Het is duidelijk dat het verhaal zich afspeelt in deze tijd.
'Ben reed. Ik zuchtte luidruchtig toen Radar, die naast me zat, zijn zakcomputer tevoorschijn haalde en aan Omnictionary begon te werken. pagina 200'
De hoofdpersonages maken gebruik van hun computers om zaken op te zoeken en bellen elkaar als ze willen afspreken. Desondanks dat het zich in de moderne tijd afspeelt, vermoed ik toch een tiental jaar geleden. De personages hebben bijvoorbeeld geen smartphone. Uiteraard heeft niet iedereen een smartphone in 2015 maar een aantal van deze karakters zou er zeker een in zijn of haar bezit hebben omdat het bijvoorbeeld snobs zijn.
Wat we wel zeker weten is dat het verhaal zich afspeelt aan het einde van het schooljaar. Ze gaan naar hun eindejaar bal en kijken heel het boek uit naar het moment dat ze afgestudeerd zijn.
Hoofdthema
De druk om volwassen te worden en de onzekerheid die deze druk met zich meebrengt is volgens mij het hoofdthema van het boek. Quinten en zijn vrienden staan voor de zomer waarin ze van huis weggaan om te studeren. Margo heeft het hier bijzonder moeilijk mee en vlucht letterlijk weg.
Appreciatie:
Heb je al andere werken van de auteur gelezen? Zijn er zaken die je herkende of die terugkwamen uit de andere boeken die je al gelezen hebt van deze auteur?
Van John Green heb ik al verschillende boeken gelezen. 'De weeffout in onze sterren', '19 keer Katherine' en 'Het grote misschien'. Ik ben niet de persoon die het woord 'fan' snel in de mond neemt maar nu ga ik het toch doen. Ik ben officieel een fan van de boeken van John Green. Ze weten mij altijd te ontroeren, de personages worden gedurende een bepaalde periode mijn nieuwe beste vrienden en ook bij dit boek heb ik weer moeten huilen.
De personages die hij verzint in zijn boeken lijken wel op elkaar vind ik. Quinten uit 'Paper Towns' lijkt naar mijn mening erg op Miles uit 'Het grote Misschien'. Ze zijn beide verstandige rustige jongens, niet de populairste maar wel gebalanceerd. Allebei hebben de heren een zwak voor een meisje dat wel populair en spontaan is. Maar die ook een duister, ongelukkig kantje hebben (Margo uit 'Paper Towns' en Alaska uit 'Het grote Misschien). Ook gaan beide heren op zoek naar hun grote liefde nadat ze verdwijnen.
Na wat research blijkt dat ik zeker niet de enige lezer ben die deze mening tot mij neemt.
Wel moet ik zeggen dat ik 'Het grote Misschien een veel sterker boek vond dan 'Paper Towns'. Ik vond 'Het grote Misschien' spannender en de personages hadden me meer in de ban.
Leefde je mee met het hoofdpersonage?
Absoluut. Quinten, de protagonist, heeft mijn hart gestolen. Ik ervoer hem als een zeer eerlijk personage. Ik geloofde hem en vond zijn gevoelens heel oprecht. Ik denk dat dit ook komt omdat Quinten niet perfect is. Hij is gedumpt door zijn vriendinnetje, hij heeft geen eigen auto en ook zijn ouders rijden niet in een coole wagen, hij heeft maar een paar vrienden op school en dat zijn ook niet de populairste. Hij is slim, maar moet wel studeren. Hij is grappig, maar geen versierder. Hij komt heel echt over en dat vind ik, en alle andere John Green lezers, net zo mooi aan hem.
Dit geldt ook zo voor de andere personages. Bijvoorbeeld op het moment dat Margo vertelt dat haar vriend haar bedroog met haar beste vriendin werd ik samen met haar mee kwaad. Toen ze helemaal op het einde van het verhaal begon te huilen, huilde ik met haar mee.
Is dit een boek om snel te lezen, of juist langzaam?
Ik vind dat dit een boek is om snel te lezen. Ik vond het zel jammer dat ik het zo snel uitgelezen had, maar ik kon het zo moeilijk wegleggen. Ik wou gewoon weten waar Margo zich verschuilde en of ze nog wel leefde.
Vertelperspectief
Quinten is in dit verhaal de protaginist en ook de verteller van het verhaal. We spreken hier van een intene autodiëgetische verteller, omdat hij zich bevindt binnen de vertelde wereld en hij vertelt over zichzelf terwijl hij ook een personage is in het verhaal.
We kunnen ook spreken van een vertellend ik, omdat de verteller de gebeurtenissen heeft beleefd.
'Iets voor middernacht ging ik naar huis. Sommigen bleven nog, maar ik moest om twaalf uur thuis zijn en bovendien had ik geen zin om langer te blijven. Mijn moeder zat half slapend op de bank, maar ze veerde op toen ze me zag.
'Was het leuk?'
'Ja' zei ik. 'Best cool.'
'Net als jij,' zei ze glimlachend. Dat vond ik om te gillen, maar ik zei niets.
Ze stond op, trok me tegen zich aan en gaf me een kus op mijn wang. 'Ik geniet
er echt van jouw moeder te zijn,' zei ze.
'Dankje,' zei ik.
Als lezer krijgen we enkel de ervaringen, gedachten, gevoelens en dromen van de ik-verteller. We weten dus enkel met zekerheid wat hij denkt en voelt. Daardoor krijgen we een onzekere en subjectieve kijk op het verhaal. Ook is je kennis van de andere personages onvolledig en beperkt.
Ik vond dit vertelperspectief wel goed gekozen. Zo leefde ik helemaal mee met Quinten en wist ik tijdens het lezen ook maar even veel als hij wist over de vestopplaats van Margo.