7. Filmanalyse
The wizard of Oz
A.
Het basisconflict: gewaagde onderneming à
mens die durft - onbekend terrein.
B.
De verhaalopbouw: de fabel en sujet zijn hetzelfde
in deze film. De film verloopt chronologisch zonder flashbacks of flashforwards.
Het verhaal verloopt dus meestal continu. Soms wordt er gebruik gemaakt van
kleine tijdssprongen. Dan wordt het verhaal even discontinu verteld. Het
verhaal begint abo vo of 'vanaf het ei'. We leren Dorothy en haar situatie
geleidelijk aan kennen.
De
film eindigt gesloten, Dorothy is weer veilig thuis samen met haar hondje.
C.
5 motieven + een grondmotief:
1.
Toto: het hondje van Dorothy zorgt er onrechtstreeks voor dat ze in het land
van Oz terecht is gekomen. Hij is er heel het verhaal bij. Op het einde van het
verhaal springt hij uit de luchtballon, hierdoor raakt Dorothy weer in de
problemen.
2.
Het Land Van Oz: heel de film is gericht op de zoektocht naar Het Land Van Oz.
Hier ligt de ontknoping van het verhaal op de personages te wachten. Zonder
deze ruimte zou het verhaal niet kunnen bestaan.
3.
De rode schoenen van de heks: aan dit voorwerp wordt doorheen heel de film
aandacht geschonken. Uiteindelijk zorgen deze gegeerde schoenen er ook voor dat
Dorothy weer veilig naar huis kan.
4.
Somewhere over the rainbow: dit is hét liedje van de film. Het weerspiegelt de
gedachten van Dorothy.
5.
Schuld en boete: Het hoofdpersonage heeft het niet makkelijk tijdens deze film,
ze heeft de schuld gekregen van de dood van de slechte heks. Daarvoor moet ze
boeten. De zus van de gedode heks zit Dorothy heel het verhaal achterna.
Grondmotief:
zoektocht naar eigen innerlijke kracht.
D.
2 personages beschrijven: Dorothy en de
vogelverschrikker
1.
Dorothy: De protagonist is een meisje van vijftien
jaar. Ze heeft blond haar en blauwe ogen. Ze draagt heel de film lang het
bekende blauwe jurkje en in de secundaire ruimte draagt ze rode schoentjes.
Eigenlijk is haar gedrag heel typisch voor een vijftienjarige. Ze is
vriendelijk en behulpzaam voor onbekenden. Ze is opstandig tegenover haar
familie als er een conflict ontstaat over haar hondje. Het is zeker een rond
karakter, ze maakt veranderingen door tijdens het verhaal (door de
gebeurtenissen). Het is een dynamisch personage.
2.
De vogelverschrikker ziet er eigenlijk gewoon uit
als een vogelverschrikker. Hij is heel aardig tegen Dorothy en tegen de andere
personages die zijn pad kruisen. Hij besluit om mee naar The Wizard Of Oz te
gaan om hersenen en verstand te krijgen. In de loop van het verhaal, door de
zaken die ze meemaken, leert hij zijn verstand desalniettemin zelf te
gebruiken. Het is ook een rond karakter. Hij ondergaat een transformatie. Het
is een dynamisch karakter.
E.
1 aspect van tijd: de historische tijd of
kalendertijd is de periode waarin de film uitgebracht is namelijk 1939.
F.
1 aspect van de ruimte: de geografische ruimte is
bij de aanvang van het verhaal Kansas in de Verenigde Staten. Waar de
secundaire ruimte zich juist bevindt, is onduidelijk.
G.
genrekenmerken van de film:
1.
Er is duidelijk een secundaire ruimte aanwezig in
deze film. De secundaire ruimte wordt ingegaan door een overgangsplaats. Het
huis waar dorothy woont wordt door een tornado meegezogen in deze wereld. Er
wordt ook een lus gevormd, het verhaal begint in de veilige omgeving waar
Dorothy opgegroeid is. Vervolgens speelt het zich af in de secundaire ruimte en
het verhaal eindigt weer waar het begonnen is.
2.
Er is een strijd tussen goed en kwaad aan de gang.
Dit is de drijvende kracht van het verhaal.
A.
Het basisconflict: gewaagde onderneming à
mens die durft - onbekend terrein.
B.
De verhaalopbouw: de fabel en sujet zijn hetzelfde
in deze film. De film verloopt chronologisch zonder flashbacks of flashforwards.
Het verhaal verloopt dus meestal continu. Soms wordt er gebruik gemaakt van
kleine tijdssprongen. Dan wordt het verhaal even discontinu verteld. Het
verhaal begint abo vo of 'vanaf het ei'. We leren Dorothy en haar situatie
geleidelijk aan kennen.
De
film eindigt gesloten, Dorothy is weer veilig thuis samen met haar hondje.
C.
5 motieven + een grondmotief:
1.
Toto: het hondje van Dorothy zorgt er onrechtstreeks voor dat ze in het land
van Oz terecht is gekomen. Hij is er heel het verhaal bij. Op het einde van het
verhaal springt hij uit de luchtballon, hierdoor raakt Dorothy weer in de
problemen.
2.
Het Land Van Oz: heel de film is gericht op de zoektocht naar Het Land Van Oz.
Hier ligt de ontknoping van het verhaal op de personages te wachten. Zonder
deze ruimte zou het verhaal niet kunnen bestaan.
3.
De rode schoenen van de heks: aan dit voorwerp wordt doorheen heel de film
aandacht geschonken. Uiteindelijk zorgen deze gegeerde schoenen er ook voor dat
Dorothy weer veilig naar huis kan.
4.
Somewhere over the rainbow: dit is hét liedje van de film. Het weerspiegelt de
gedachten van Dorothy.
5.
Schuld en boete: Het hoofdpersonage heeft het niet makkelijk tijdens deze film,
ze heeft de schuld gekregen van de dood van de slechte heks. Daarvoor moet ze
boeten. De zus van de gedode heks zit Dorothy heel het verhaal achterna.
Grondmotief:
zoektocht naar eigen innerlijke kracht.
D.
2 personages beschrijven: Dorothy en de
vogelverschrikker
1.
Dorothy: De protagonist is een meisje van vijftien
jaar. Ze heeft blond haar en blauwe ogen. Ze draagt heel de film lang het
bekende blauwe jurkje en in de secundaire ruimte draagt ze rode schoentjes.
Eigenlijk is haar gedrag heel typisch voor een vijftienjarige. Ze is
vriendelijk en behulpzaam voor onbekenden. Ze is opstandig tegenover haar
familie als er een conflict ontstaat over haar hondje. Het is zeker een rond
karakter, ze maakt veranderingen door tijdens het verhaal (door de
gebeurtenissen). Het is een dynamisch personage.
2.
De vogelverschrikker ziet er eigenlijk gewoon uit
als een vogelverschrikker. Hij is heel aardig tegen Dorothy en tegen de andere
personages die zijn pad kruisen. Hij besluit om mee naar The Wizard Of Oz te
gaan om hersenen en verstand te krijgen. In de loop van het verhaal, door de
zaken die ze meemaken, leert hij zijn verstand desalniettemin zelf te
gebruiken. Het is ook een rond karakter. Hij ondergaat een transformatie. Het
is een dynamisch karakter.
E.
1 aspect van tijd: de historische tijd of
kalendertijd is de periode waarin de film uitgebracht is namelijk 1939.
F.
1 aspect van de ruimte: de geografische ruimte is
bij de aanvang van het verhaal Kansas in de Verenigde Staten. Waar de
secundaire ruimte zich juist bevindt, is onduidelijk.
G.
genrekenmerken van de film:
1.
Er is duidelijk een secundaire ruimte aanwezig in
deze film. De secundaire ruimte wordt ingegaan door een overgangsplaats. Het
huis waar dorothy woont wordt door een tornado meegezogen in deze wereld. Er
wordt ook een lus gevormd, het verhaal begint in de veilige omgeving waar
Dorothy opgegroeid is. Vervolgens speelt het zich af in de secundaire ruimte en
het verhaal eindigt weer waar het begonnen is.
2.
Er is een strijd tussen goed en kwaad aan de gang.
Dit is de drijvende kracht van het verhaal.